Thuiszorg

luizenkam
luizenkam nitcomb
luizenkam

Wat is een luis?

Een hoofdluis is een klein insect dat leeft tussen de haren van de mens. Een luis heeft zes poten en is grijswit tot bruin van kleur. Hoofdluizen zitten bij voorkeur op warme, vochtige en donkere plaatsen, zoals achter de oren of in de nek. Ze klampen zich met hun pootjes stevig vast aan de haren.
Een luis voedt zich verschillende keren per dag door het zuigen van kleine hoeveelheden bloed doorheen de hoofdhuid. Tijdens het voeden komt er speeksel van de luis vrij, wat jeuk kan veroorzaken. Zonder bloedmaaltijden sterft een luis na 2 dagen.
De levenscyclus van een luis bestaat uit 3 stadia: larve, nimf en luis. De eitjes van een luis (dit zijn de larven in een omhulsel: de neet) zijn ovaalvormig en ongeveer 0,8 mm groot. Vrouwelijke luizen leggen tot 8 eitjes per dag. Ze plakken hun eitjes net boven de hoofdhuid stevig vast op een haarschacht. Uit die neten komen nimfen. De lege neten blijven achter op de haarschacht. Nimfen zien eruit als volwassen luizen, maar ze zijn kleiner. De nimfen groeien vervolgens uit tot volwassen luizen. Op je hoofdhuid kunnen luizen tot 30 dagen overleven. Daarbuiten sterven ze snel.

Hoe krijg je luizen?

Hoofdluizen komen zeer frequent voor. Iedereen kan luizen krijgen. het krijgen van hoofdluizen heeft niets met hygiëne te maken: luizen hebben geen voorkeur voor slecht gewassen haren.
Luizen kunnen alleen kruipen, ze kunnen niet vliegen of springen. Ze kruipen vooral van het ene hoofd naar het andere hoofd door rechtsteeks ‘hoofd tegen hoofd contact’. Ook onrechtstreeks kunnen luizen overgedragen worden door het gemeenschappelijk gebruik van bijvoorbeeld haarborstels, mutsen, sjaals, hoofddeksels, handdoeken, bedlinnen of knuffels.
Om met zekerheid vast te stellen of iemand besmet is met hoofdluizen, is het belangrijk dat je levende luizen vindt. Dat is geen gemakkelijke opdracht: kuizen zijn vaak moeilijk te zien, ze verplaatsen zich zeer snel naar donkere plaatsen.

Hoe luizen opsporen

Luizen kun je het gemakkelijkst opsporen met de nat-kam-test.

Daarvoor heb je het volgende nodig:

  • shampoo
  • crèmespoeling (conditioner)
  • wit keukenpapier of een servet
  • een luizenkam. Een goede luizenkam heeft fijne tanden die 0,2 tot 0,3 mm uit elkaar staan. De doorsnede van de tanden moet hoekig zijn, bijvoorbeeld ruitvormig of rechthoekig.

Nat-kam-test:

  • Was de haren met een gewone shampoo.
  • Spoel de shampoo uit de haren, maar droog de haren niet af.
  • Breng overvloedig conditioner aan op de natte haren.
  • Kam de knopen uit de haren met een gewone kam.
  • Buig nu voorover en kam de haren systematisch met een luizenkam van achter naar voor, dus van de nek naar het voorhoofd. Begin aan het ene oor en schuif na elke kambeweging op naar het andere oor. Kijk vooral goed achter de oren en in de nek. Druk de luizenkam goed tegen de hoofdhuid aan.
  • Veeg de luizenkam na elke kambeweging af op een stuk wit keukenpapier om te kijken of er luizen aanwezig zijn. Als dat nodig is, kun je de luizen met een tandenstoker uit de kam halen.
  • Spoel de conditioner uit de haren, maar droog de haren niet af.
  • Kam de haren nu met een gewone kam weer naar achter.
  • Kam de haren een tweede keer systematisch met de luizenkam, deze keer van voor naar achter en opnieuw van het ene oor naar het andere.
  • Veeg de luizenkam opnieuw na elke kambeweging af op een stuk wit keukenpapier.

 

Hoofdluis behandelen

  1. Natkammethode:

    Voor de nat-kam-methode volg je dezelfde 10 stappen als bij de nat-kam-test. Je moet de nat-kam-methode om de 3 dagen gedurende 2 weken toepassen. Als je bij de laatste kambeurt nog luizen vindt, moet je de behandeling voortzetten.

  2. Hoofdluismiddelen:

    Insecticiden:
    – malathion 0,5 % lotion
    – permethrine 1 % lotion
    – depallethrine 0,66 % + piperonylbutoxide 2,64 % spray

    Dimeticone 4 %

Gebruik het hoofdluismiddel eenmalig en kijk een week later met de nat-kam-test of er nog luizen zijn. Herhaal de behandeling als je na een week nog levende luizen vindt.

 

 

Aandachtspunten

  1. Een levende luis zit op maximum 1 cm van de hoofdhuid. Het haar kort knippen heeft dus geen zin.
  2. Een luis overleeft 40°. Was beddengoed, linnen, ea op 60°
  3. Sjaals, mutsen en knuffels die je niet kan wassen op 60° leg je 3 dagen apart.
  4. Behandel enkel de persoon die luizen heeft. Een behandeling tegen luizen zonder dat ze er zijn, heeft geen zin.
  5. Verwittig altijd klassenleraar of CLB